NAAR EEN VEILIGER SPORTKLIMAAT: STIMULERING VAN GEWENST GEDRAG EN AANPAK VAN ONGEWENST GEDRAG IN DE SPORT   Sport is leuk om te doen en levert prachtige momenten op. Maar de mooie emoties die bij sport horen, kunnen ook omslaan in onsportief of ongewenst gedrag. Iedereen kent de voorbeelden wel: de sporter die te agressief speelt, de scheidsrechter die belaagd wordt, ouders die te fanatiek reageren en de bestuurder die niet durft in te grijpen. Met enige regelmaat lees ik in de media over dergelijke excessen.   De sportbonden en NOC*NSF vinden dat iedereen een leven lang moet kunnen genieten van sport. Daarom gaan we samen met verenigingen ervoor zorgen dat ieder individu zich veilig en prettig voelt in de sport en zichzelf kan zijn. Op 21 november 2011 was ik aanwezig bij de officiële presentatie van het programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ door minister Schippers van het ministerie van VWS. Het programma is opgezet om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag in en rondom sport aan te pakken.   De essentie van het programma is dat iedereen binnen de sportvereniging zich bewust wordt van zijn of haar gedrag op en rond het veld. Alleen dan kunnen we met z’n allen werken aan gedragsverandering op en rond het veld. Daarvoor worden tot en met 2014 zo’n 150 theatervoorstellingen georganiseerd voor vrijwilligers bij sportclubs: bestuursleden, trainers, scheidsrechters, commissieleden en coördinatoren. De volgende stap is het binnen de sportvereniging bespreekbaar maken van wat men onder gewenst en ongewenst gedrag verstaat en hiermee ook daadwerkelijk aan de slag gaat. Met name sportbestuurders vervullen hierin een belangrijke rol. Vanuit het programma worden uiteenlopende cursussen aangeboden om sportbestuurders, trainers, coaches, begeleiders, scheidsrechters en officials te faciliteren om vanuit hun eigen rol een bijdrage te leveren aan het creëren van een veiliger sportklimaat.   Bij echte excessen kiest de sportsector voor een harde aanpak met een landelijke...

SPORTIEF BESTUREN   “Scheidsrechters haken af door spelverruwing”; “Ouders geven vaak zelf het verkeerde voorbeeld”; “Het meest schokkende vind ik hoe ouders naar scheidsrechters reageren”.   Maar ook, “het is maar een kleine groep” en “met een goed gesprek kom je er wel uit”.   Een aantal quotes uit de media in het kader van gedrag op en rond de sportvelden. Sportiviteit en respect in de sport is een actueel onderwerp. Sportbonden en politiek proberen de negatieve trend te keren en de mindset te beïnvloeden. In april 2011 heeft minister Schippers van het ministerie van VWS haar plan ‘Naar een Veiliger sportklimaat’ ingediend. Het plan bevat een aantal onderdelen om met name in de repressieve sfeer het geweld en de excessen op en rond het veld aan te pakken. Gelukkig besteedt het plan ook aandacht aan de preventieve mogelijkheden die de sport heeft om Sportiviteit & Respect, zoals de KNHB ruim 10 jaar geleden deze problematiek heeft benoemd, gestalte laten krijgen.   Allereerst is sport natuurlijk vooral leuk en daarom uitermate geschikt om mensen bereid te maken een extra stapje te zetten om werkelijk iets te doen aan de sfeer voor, tijdens en na de wedstrijd. Daarnaast is een belangrijke les geweest uit de Sportiviteit & Respect (S&R) campagne, die de KNHB in 2002 is gestart, dat S&R het beste bespreekbaar wordt, wanneer met elkaar aan de voorkant wordt vastgesteld wat je wel of niet ‘normaal gedrag’ vindt. Gedragscodes die van internet worden geplukt en vervolgens op de muur worden gehangen, hebben totaal geen effect. Samen discussiëren, toetsen, je eigen benaderingswijze als vereniging kiezen, dat werkt.   In het project ‘Naar een veiliger sportklimaat’ wordt onder andere aan bestuurders van sportverenigingen de module sportief besturen aangeboden. Met deze module willen we S&R niet alleen een poster aan de muur van het verenigingsgebouw laten zijn, maar een onderdeel van het gedrag en beleid...

MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDE SPORTERS   De afgelopen twintig jaar heeft de voetbal sport zich in meerdere opzichten spectaculair en razend snel ontwikkeld. Het is van de marge verschoven naar het centrum van de samenleving en heeft zich ontwikkeld tot een breed geaccepteerd verschijnsel. Buiten het feit dat de betekenis van voetbal door uitgaven aan de voetballerij door consumenten, overheden en bedrijfsleven als bedrijfstak is toegenomen dienen wij ervoor te waken dat voetbal niet alleen als commercieel amusement vorm wordt gezien. Natuurlijk kunnen wij trots zijn op de spectaculaire stijging van zendtijd tv en radio met hoge waarderingscijfers en kijkdichtheid, volle stadions en een toename van goed opgeleide profvoetballers en de professionalisering van onze stadions.   Wij kunnen echter ook trots zijn op het feit dat er in het voetbal een toename heeft plaatsgevonden van actieve en passieve beoefenaars. Het collectief gevoel dat onze samenleving zich steeds verder individualiseert zien wij niet terug in de behoefte om deel uit te maken van een vereniging.   Uiteraard zijn er problemen binnen het verenigingsleven om vrijwilligers te werven en wordt er steeds een groter beroep gedaan op die kleine groep trouwe vrijwilligers. Het is één van de belangrijkste taken van de KNVB om hier structureel en duurzaam beleid op te ontwikkelen en nu alvast na te denken over hoe de voetbal vereniging er in 2020 uit kan gaan zien.   De afgelopen maanden ben ik bewust een tour gaan maken langs verschillende amateurverenigingen. Ik wilde weer een bepaald verenigingsgevoel beleven, nadat ik ruim 16 jaar in het profvoetbal heb gewerkt. Ruim 10 amateurclubs heb ik op basis van grootte, locatie en samenstelling geselecteerd en anoniem bezocht. Het één wat beter georganiseerd dan de ander, maar allemaal één ding gemeen, namelijk een collectieve geluksbeleving van kinderen die voetballen. Of er nu wel of geen prikbord hangt met competitiestanden en wedstrijd tijden, er een...

NORMEN EN WAARDEN   Soms vraag ik mij af of het aan mij ligt of aan de maatschappij die steeds meer verhardt en niveau- loos wordt. Zijn we gek geworden.   Ik ben opgegroeid in een tijd waarin politie, scheidrechters en leraren op school gerespecteerd werden. Uiteraard zochten we toen ook de grenzen van het toelaatbare op maar er was geen ruimte voor oeverloze discussies. Was het beter toen? Moeilijk te zeggen, maar het was wel duidelijker.   Steeds vaker hoor ik mensen om mij heen zeggen dat wij weer terug moeten naar een maatschappij waarin normen en waarden normaal zijn, maar dat gaat niet van de ene op de andere dag. Als je een willekeurige krant op een willekeurige dag openslaat, staan er berichten in die je als je mee doet aan de normvervaging niet eens meer opvallen. Hulpverleners die worden aangevallen, een Sinterklaas die met stenen wordt bekogeld, een supporter van 77 die in coma wordt geschopt, hooligans die politieagenten zo in het nauw drijven dat er waarschuwingsschoten moeten worden gelost, tientallen overvallen op winkeliers, bejaarden gehandicapten die worden beroofd, homostellen die geterroriseerd worden in eigen buurt, een neonazistisch Monopolyspel en ga zo maar door.   Ik word er doodziek van en ben er klaar mee. Voorpagina’s schreeuwen om keiharde aanpak van voetbalhooligans, en daar ben ik het uiteraard volledig mee eens, maar het probleem is veel complexer. Zolang wij de misstanden in het dagelijkse leven niet aanpakken is het probleem op en rond de voetbalvelden slechts een (uitermate vervelend) detail en toch kan de sport, zoals zo vaak, een voorbeeldfunctie vervullen. Sport kan zo nu en dan verbroederen en de druk van de ketel halen. De vergrootglasfunctie van met name voetbal is opmerkelijk. Waarom zijn er veel takken van sport waarbij de beslissingen van arbiters niet worden aangevochten en wordt er bij...

SPELREGELS   Ik weet niet hoe ze het hebben uitgevogeld, maar op 31 oktober ging er ergens een lampje branden en waren er volgens de tellers 7 miljard mensen op de wereld. Toen ik veertig jaar geleden werd geboren was dat nog niet eens de helft. Geloof maar dat het op sommige plekken op onze aardbol echt dringen geblazen is. De wereld wordt geteisterd door bloedige conflicten, maar als je er goed over nadenkt, is het een wonder dat men elkaar niet op veel grotere schaal de hersens inslaat. De mens slaagt er vanaf de oertijd in om – al zij het met enige moeite -samen te leven. Of je nu naar een indianenstam in de Amazone kijkt of op de beursvloer van Wall Street, er geldt een algemeen aanvaarde code over hoe men met elkaar omgaat. In de sport noemen we dat spelregels.   Zonder spelregels geen competitie. Laatst heb ik met veel plezier gekeken naar de finale van het WK Rugby, een sport waarvan ik de spelregels eerlijk gezegd niet eens volledig ken. Indrukwekkend, vanaf de traditionele haka van de Nieuw-Zeelandse ploeg tot en met het eindsignaal. Soms hoorde ik de botten bijna kraken, om vlak daarna weer verrast te worden door tactische acties waarvan de schoonheid deed denken aan Maradona, Van Basten of Zidane in hun beste jaren. Maar wat mij vooral opviel was dat er temidden van het fysieke spel van deze spelers van soms beestachtige afmetingen (enkelen leken zo te zijn weggelopen van de filmset van the Lord of the Ring) een heilig ontzag heerste voor de scheidsrechter.   Vroeger gold dit ook voor mijn sport, voetbal. Dat is helaas geen vanzelfsprekendheid meer. Ieder weekeind wordt er ergens op een Nederlands voetbalveld wel een scheidsrechter belaagd door spelers of publiek. Voetbal, bij uitstek de sport waar alle lagen van...

OVERSPEL   Heb je ooit een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal of van een eredivisieclub gezien waarbij de bal niet werd overgespeeld aan een medespeler waarbij je het stiekem het gevoel zou kunnen hebben dat de speler dat niet deed omdat zijn medespeler een andere huidskleur heeft of van een andere komaf is? Wesley Sneijder die de bal niet passt op Elia?? Nou, ik niet. Ik zie natuurlijk wel af en toe een domme pass, of een egoïst. Had die bal dan afgespeeld, dan stond de medespeler vrij voor het goal… Ook herken ik wel eens zo’n moment dat een speler denkt: ‘ als ik die bal aan hem geef dan wordt het niets, ik kan hem beter niet afspelen. Ik zoek een andere oplossing’.   Ik kom uit de hockeysport, heb inmiddels al even geleden ( in de jaren 80 ) in het Nederlands vrouwen hockeyteam gespeeld. In de tien jaar dat ik voor Nederland uit mocht komen wilde ik maar een ding: winnen! Dat is aardig gelukt: 4 x wereldkampioen, een keer Europees kampioen en het hoogtepunt Olympisch kampioen in 1984. Hockey is een witte sport, zeker in die tijd. Het begint gelukkig een beetje te veranderen, maar bij ons waren de tegenstellingen er ook. De zuiderlingen, zeg maar beneden de rivieren, en de westerlingen. Daarbij ben je in een nationaal team, misschien meer bij vrouwen trouwens wel meer dan bij mannen, niet allemaal vriendinnen. Maar omdat je allemaal het zelfde doel hebt, ben je in het veld helemaal niet bezig met aan wie je die bal geeft. Je doet dit intuïtief omdat je weet dat je de bal speelt die je op dat moment moet spelen. Alleen als je in je ooghoeken hebt gezien dat dit misschien de minste speler is van je team, dan besluit je wellicht anders. Niet...

Minstens drie keer per week fiets ik in Den Haag vanuit Marlot — soms schertsend “de kan niet op omgeving” genoemd — naar ons kantoor in Moerwijk: één van de krachtwijken uit het Vogelaarprogramma.   Die fietstocht door de verschillende werelden blijft inspireren, fascineren, maar bovenal ook attenderen. Wijzen op en bewust worden van de noodzaak bruggen te bouwen, mensen met elkaar in contact te brengen en letterlijk de werelden te verbinden.   Het is daarom dat ik het initiatief van Serdar zo van harte ondersteun en helemaal omdat het over sport, passie en potentie gaat.   Sport omdat ik als ex tophockeyer heilig geloof in de kracht van sport en de sportclub als buurthuis van de toekomst en daarom met “de Sportbank” ben begonnen.   Passie omdat mensen zoals Serdar gepassioneerd zijn, op het hart kunnen landen en met hun markante kop en charisma een voorbeeld zijn. Potentie omdat ieder mens boordevol met talenten zit, met mogelijkheden.   Zo zei mijn grote mentor Prof Arnold Cornelis altijd: “Als een mens de mogelijkheid niet ziet bestaat die mogelijkheid niet.”   Het is daarom dat we elkaar de kansen en mogelijkheden moeten tonen. Een mooier voorbeeld dan Serdar weet ik zo even niet..   Louk Burgers initiatiefnemer, leider van “De Sportbank”...

Voor een voetbalcommentator zijn een goede stem en liefde voor voetbal essentieel. Maar net zo belangrijk is voldoende kennis over voetbal te hebben. Weten waar je het over hebt is de basis van alles. En “kennis” is in mijn ogen ook belangrijk in alle zaken waar Sport-Connecting-Us voor staat.   Als je je dromen waar wilt maken heb je allereerst kennis nodig. Dromen waarmaken begint namelijk met precies weten wat je dromen zijn. En vervolgens weten wat je zelf kan. Niet voor niets is één van de pijlers in het programma van Serdar “Activeren”: weten waar je kracht ligt. Pas als je weet wat je kan (en misschien wel nog belangrijker: wat je niet kan) kan je gaan beginnen om je dromen en ambities na te streven.   Ik heb er altijd van gedroomd om werkzaam te zijn in de voetballerij, in eerste instantie natuurlijk als profvoetballer. Maar als snel ontdekte ik dat ik nooit profvoetballer zou worden. Niet genoeg kwaliteit. Punt uit. Maar een droom stopt niet bij tegenslag. Weten wat je niet kan is pas het begin. Ik bleek namelijk een aangename stem voor radio- en tv-commentaar te hebben. Zo kon ik mijn droom alsnog waarmaken. Nu kan ik niks bedenken dat ik liever zou doen dan voetbalcommentator zijn. Wekelijks zit ik op de beste plaatsen in het stadion en ik kom gratis bij alle wedstrijden in de eredivisie. Sterker nog: ik word er voor betaald!   Ook ben ik de afgelopen jaren in onder andere Berlijn, Istanbul, Lissabon en Liverpool geweest om commentaar te geven bij voetbalwedstrijden. Omdat ik wist wat ik wilde en ook wist dat ik dat maar op 1 manier kon bereiken. Niet door zelf te gaan voetballen, maar door er zoveel mogelijk over te weten en er volgens over te praten. Je moet eerst je dromen...

DROMEN EN ZELFONTPLOOIING   "Juf, ik wil profscheidsrechter worden", zegt Muhammet als hij bij mij op gesprek komt. "Ik hoorde dat Serdar Gözübüyük bij ons op school komt. Ik wil er graag bij zijn want hij is mijn idool. Mag dat?" Zeker, dat mag, graag zelfs.   Muhammet is zestien jaar, heeft twee scheidsrechtersdiploma’s op zak die hij bij ons tijdens de verlengende schooldag heeft gehaald. Hij fluit wekelijks wedstrijden van junioren. Ik ben als directeur echt onder de indruk en trots op deze leerling. Veel leerlingen hebben nog aardig wat moeite met het verwezenlijken van hun dromen. Dromen vervagen bij leerlingen door allerlei, vaak denkbeeldige, ‘problemen’ en ‘bezwaren’. Om te blijven dromen en je doel vast te houden is lef nodig, doorzettingsvermogen en discipline. Dat leren wij hun binnen ons onderwijsprogramma. Sport-Connecting-Us en heel veel andere externe partijen helpen ons hierbij. Externe partners maken vaak veel los bij onze leerlingen. Zij geven de extra één op één aandacht die nodig is en waar wij als school niet altijd tijd voor hebben.   Als directeur van mijn school voel ik mij bovenal verantwoordelijk voor de toekomst van de leerlingen. Wat gaan ze later doen, waar komen ze terecht? Een plek die echt bij ze past, dat is mijn ideaal. Het Calvijn met Junior College is een vmbo-school voor basis- en kaderberoepsgerichte leerweg die de leerlingen binnen de school ook opleidt voor een mbo2 startkwalificatie. Wij bieden een doorlopende leer- en ontwikkellijn aan waarin hun persoonlijke dromen werkelijkheid mogen worden.   Van al onze leerlingen maken we actieve burgers. We stimuleren ze om zelf de regie over hun eigen loopbaan te nemen. Het betekent voor ons als school maatwerk leveren, contact maken van mens tot mens en de dialoog aangaan. We bieden een competentie-gerichte leeromgeving met goede begeleiding. De leerling komt binnen en kan al veel, dat...